zaterdag 30 december 2017

1984

Ah, heerlijk om weer even in dit wereldje te zijn. Lang geleden. Moet ik vaker doen.

Net zag ik een film waar ik hele gemixte gevoelens over heb. The Circle. Dit verhaal speelt zich af in een fictieve wereld waarin 1 bedrijf heel groot is, groter dan Facebook of Apple. Meer een combinatie van die twee. Mae Holland, gespeeld door Emma Watson, is nieuw bij the Circle en zij komt er al snel achter dat the Circle niet alleen een bedrijf is voor het verkopen van goederen en diensten, maar ook een groot sociaal netwerk met zich meebrengt. Een netwerk dat je moet bijhouden. Bij the Circle wordt je geacht naar feestjes, evenementen en toespraken te gaan. Iedereen doet net alsof het allemaal op vrijwillige basis is, maar tegelijkertijd wordt je persoonlijk op geattendeerd als je niet actief genoeg bent. Niks vrijwillig dus.

Ik moest dit jaar een essay schrijven voor Engels, en een van de onderwerpen die ik kon kiezen ging over de volgende stelling: iedereen zou vrijwilligerswerk moeten doen. Nou heb ik nooit zeker geweten of ze hierbij verplicht vrijwilligerswerk bedoelde of meer in de zin van iedereen zou het moeten doen, maar het is niet verplicht. Hoe dan ook lijkt het heel erg op wat de The Circle representeerde in de film. De grens tussen vrijwillig en verplicht zat dicht bij elkaar, dichter dan Mae in eerste instantie had gedacht. Aan de ene kant walgde ik haast van de film. Ik heb ook het boek gelezen, wat ik minder erg vond dan de film, omdat het principe van The Circle minder hard aan kwam. Maar in de film ging alles zo snel dat ik het haast niet bij kon houden. Boeken lezen is toch meer iets voor mij, lekker in mijn eigen tempo. Maar goed, ik walgde dus van de film. Niet omdat hij slecht was, al is dat wel wat vele andere denken, vooral strenge recensenten die bijna nooit een beter commentaar op een film hebben dan “zat goed in elkaar”. Nee, ik vond het haast eng om naar te kijken, omdat mensen het idee van privacy helemaal leken te ontgaan. Ik snap gewoon niet hoe je zoiets zou kunnen doen of willen. Een wereld waarin iedereen zichtbaar is en waarbij je enige vrije tijd, zonder mensen die meekijken, op de wc is. Dat was het leven van Mae Holland, die, zoals ze het in de film noemden, transparant ging. Elke stap die zij zette werd opgenomen en bekeken door miljoenen volgers en kijkers. Ik moet er niet aan denken in zo’n wereld te leven.

Bij The Circle zijn ze van mening dat iedereen geholpen kan worden. Het probleem: niet sociaal genoeg. De oplossing: stalken tot de dood erop volgt. Mij niet gezien.

Nu ga ik toch maar weer een boek lezen, eentje die niet heel erg veel verschilt van wat ik vandaag heb gezien. Big Brother enzo.


donderdag 5 oktober 2017

PS: luister tijdens het lezen hiervan het liedje ‘Four dimensions’ van Ludovico Einaudi

Nee, het was geen leuke training. Alles zo’n beetje ging zoals het niet zou moeten gaan. Fout, de verkeerde kant op. Gewoon slecht. Ongeveer 6 keer naar mijn kop gekregen: och, ajj, wat is er met je vandaag Fenna? Dat haat ik. Alsof alles altijd perfect zou moeten gaan. Ik ben niet perfect. Ik kan niet alles perfect doen zoals anderen het in hun hoofd hebben. Ik ben geen marionet, die je kan besturen zoals je wil. Nee, ik ben een mens van vlees en bloed en ik maak fouten net als iedereen op deze aardbol. Mensen verwachten teveel van mij. Ik voldoe niet aan verwachtingen, heel snel. Omdat ik over het algemeen een goede speelster en een goede leerling ben. Ik ben meestal vrolijk, voel me lekker in mijn vel. Geen zeurderige tiener, geen typische puber die alleen maar ruzie kan maken met haar ouders. De standaard stereotype zeg maar. Maar owee als het dan een keertje niet goed gaat, als ik niet voldoe aan wat andere mensen van mij denken of vinden. Dan zwaait er wat. Dan is het niet goed, niet oké. Soms is het gewoon zo fijn om even iets anders te voelen. Een speldenprik. Een halvemaantje in je hand. Ik snap wel dat mensen zich snijden. Eén keer had ik het heel erg. Toen was ik heel koud, voor lange tijd. En toen ik mezelf een sneetje gaf met mijn nagel, zonder bloed hoor, maar dat was een opluchting haast. Alsof ik erachter kwam dat ik nog leefde. Dat ik iets anders kon voelen dan die eindeloze kou en eenzaamheid. Zo voel ik me nu ook. Niemand zal het ooit echt begrijpen of hetzelfde voelen als ik nu doe. Want voor de buitenwereld ben ik gewoon dat perfecte meisje, de ‘woman of the match’, de ‘ uitmuntende leerling’ . Ik kan me niet uiten zoals ik me soms werkelijk voel. Zelfs niet aan mijn ouders. Nee, zeker aan die niet. Ik kan het leven niet als een grote grap zien en er een feestje omheen bouwen. Want de druk laat dan niet toe.

Op school voelt het alsof ik op de automatische piloot sta. Alles wat ik doe, bijna alles, interesseert me zeer weinig. Al vijf jaar doe ik hetzelfde, dag in, dag uit, en dat is kwellend. Ik wil er gewoon vanaf zijn, een nieuwe fase in mijn leven kunnen starten. Iets doen wat ik echt leuk vind, de wereld een beetje zien. De druk van mensen achter mij laten. De verwachtingen vaarwel zeggen en opnieuw beginnen, zonder vooroordelen. Al deze gedachten zitten als een prop spul in mijn keel, net onderaan de slokdarm ergens volgens mij. Daar voel ik hem zitten. Nog nooit zo aanwezig. En ik kan er niet aan toe geven. Normaal kan ik mijn woede redelijk goed van me afzetten, maar nu niet.

Maar misschien heb ik de oplossing. Misschien zijn er manieren om dit draaglijker te maken. Ik zou niet weten welke, maar wellicht moet ik gewoon beter zoeken. Dieper graven. Ontdekken wat mij nu echt gelukkig maakt en daar meer van doen. En ik moet ook ophouden met dit zelfmedelijden. Af en toe mag iedereen wel even een potje zeiken, maar niet voor lang. Dan moet je je hoofd omhoog doen, kin naar voren, rug recht en gaan met die banaan. Niet teveel nadenken. Gewoon doen. Gewoon die fiets opstappen en de wijde wereld ontdekken. Gewoon leren tekenen of dansen of iets dergelijks. Het gewoon doen in plaats van een beetje medelijden te hebben voor jezelf. Want nee hoor, niemand gaat je hieruit halen. Als je net zoals ik ben en het aan niemand kan vertellen is er ook niemand die je uit de put kan trekken, behalve jezelf. Hoe afgezaagd ook, het is helemaal waar. Dus geen pruillipje meer, leg dat mesje nu maar weg, en ga. Doe dingen die je altijd al hebt willen doen. Wie houd je tegen?


Precies.

zondag 1 oktober 2017

 Voordat hij de hoek omliep keek hij nog een keer om. Slechts een keer, om niet te vergeten wat het was. Hij wilde zo graag weg. Het verlangen brandde al sinds 2 jaar als een hellevuur in hem. Hij kon er nu niet meer tegen. Maar de herinneringen die hij hier had gemaakt wilde hij niet kwijt. Dat is alles wat zijn leven was, tot dan toe in ieder geval. Hij kon pas een nieuw leven beginnen als hij die herinneringen zou laten voor wat ze waren. Ze achter hem te laten. Maar dat was zo verdomd moeilijk, dat hij het niet eens wilde proberen. Tot vandaag. Vandaag was hij er eindelijk klaar voor om het allemaal achter zich te laten. Hij keek op naar de ranke schoorsteen die als een lans boven het gebouw uit stak. Zijn thuis. Niet meer dan een oude chocoladefabriek. Nog een keer telde hij de 34 ramen aan de voorkant. Hij had als klein jongetje zo vaak aan de kant van de weg gezeten als hij weer eens niet welkom was in huis. Dan telde hij de ramen om niet langer verveeld te zijn. De klimop had aan de rechterkant al een groot deel van het huis verborgen. Daar woonde nu elke lente vogels in hun nesten. Nu hij het zo bekeek viel het hem op hoe somber het gebouw eigenlijk was. Vanbinnen was het licht, heel licht. Door alle 34 ramen aan de voorkant kwam er een immense hoeveelheid licht naar binnen. Hij hield van de ruimte die gevuld werd met dat licht. Maar van deze kant is het duister, kwaadaardig bijna. Hij kon er zijn vinger niet op leggen, maar er was iets wat hem niet langer aanstond. Misschien was dat ook wel een van de redenen dat hij wegging.


Zijn moeder had zijn hele leven lang voor hem gezorgd, voor hem gewaakt. Tot een paar maanden geleden dan. Ze was al lang ziek, maar hij had niet gedacht dat het zo’n vaart zou lopen. Opeens was ze verdwenen uit zijn leven en moest hij het zelf zien te redden. Verder had hij niemand. De chocoladefabriek was het enige wat zijn moeder hem had nagelaten. Het enige wat ze kon nalaten. Ze bezaten heel weinig. Eerst wilde hij niet geloven dat zijn moeder dood was. Hij wilde niet accepteren dat er nu geen armen meer waren om hem op te vangen. Ook al was hij al 15. Hij had hier ook best wel wat vrolijke herinneringen. Als hij dan de deur uit zou lopen en niet meer terug zou komen, zouden die allemaal in het niets oplossen. Althans , dat dacht hij. Maar sinds een paar weken probeerde hij steeds iets verder te wandelen. De eerste dag durfde hij niet eens tien stappen te zetten. Gisteren kon hij al 2 uur weg zijn. Zijn moeder had hem op het hart gedrukt zijn herinneringen bij hem te dragen. Dat is het enige wat je hebt wat mensen niet van je af kunnen pakken, zei ze altijd voor het slapengaan. Maar nu moest hij wel.

zondag 24 september 2017

Ik fietste deze avond in het donker. Nou ja, in het begin viel het nog wel mee, maar na, ik denk zo’n 10 minuten, was het echt donker geworden. Ik vind het wat hebben, in het donker fietsen. Alles is zo anders en tegelijk ken ik de weg heel goed. Met oortjes in, ja dat heeft zeker mijn voorkeur. Ik denk echt dat muziek kan bepalen, of nee versterken, hoe je je op dat moment voelt. Ballads. Dat was hoe ik me voelde. Rustige liefdesliedjes, voornamelijk. Oude en nieuwe. Allemaal onbekend, maar dat vind ik nou juist zou fijn. Dat je even niet mee kan zingen, maar dat je moet luisteren. Je zou het stom kunnen vinden dat ik met oortjes fietsen fijn vind. Mijn vader vindt dat in ieder geval wel. Hij luistert veel liever naar de geluiden om hem heen. Dat vind ik ook leuk, daar niet van. Alleen ’s nachts valt er niet veel meer te horen dan ronkende auto’s. En zoals ik al zei, muziek versterkt mijn mood en dat kan ik meestal wel waarderen.

Maar goed, ik was dus aan het fietsen in het donker. Meestal is het niet echt helemaal donker natuurlijk. We leven in Nederland, ik althans, en daar is het nooit donker. Maar op sommige plekken, ja soms is het echt helemaal donker. Dan is het enige wat ik voor me ze de oplichtende reflectiestrepen het fietspad en de lichtjes in de verte. Af en toe komt er dan een auto voorbij gesjeesd waardoor ik even kan ademhalen als de koplampen op mijn weg schijnen. Je ziet het al aankomen. Vanaf ver zie je precies de scheiding van licht en donker. Je weet dat het eraan zit te komen en je bent bang en opgewonden tegelijk. Eng is het zeker, niet zien waar je fietst. Maar het is tegelijkertijd ook spannend om niet te weten wat er voor je ligt. Ik ben benieuwd of het zo voelt om te studeren. Je weet totaal niet wat er op je af gaat komen, alleen de ervaringen van andere mensen kunnen dat zeggen. Maar je moet het toch echt zelf doen. In het pikkedonker fietsen, ik bedoel dat echt donkere waar ik het net over had, dat is wel een ervaring hoor. Je ziet gewoon meer in het donker. Alles wat ook maar een beetje licht afgeeft wordt opeens zichtbaar. De mist op de hei bijvoorbeeld, of de sterren. De sterren zie je weliswaar altijd, ook al rijd je niet in het pikkedonker, maar toch. Het voelt meer alsof je in the middle of nowhere staat en naar de hemel kijkt alsof het de eerste keer is. Je voelt je toch net ietsje meer verloren en klein. Met het goede nummer op de achtergrond is dat een van de fijnste gevoelens die ik me maar kan wensen.


vrijdag 22 september 2017

Iets bijzonders doen. De aandacht trekken. Je denkt dat het onmogelijk is, totdat je iemand anders hetzelfde ziet doen.

Ik ben zestien jaar. Bijna zeventien. Ik ben nog jong, de wereld ligt nog aan mijn voeten. Maar toch lijkt hij afgesloten van mij te zijn. Mijn toekomst is uitgestippeld. Ik moet mijn taak op elk rondje vervullen om door te kunnen naar de volgende. Van de route afwijken? Ho maar. Ik heb geen ingebouwd kompas, zoals de meeste trekvogels. Ik doe het niet op intuïtie, op gevoel. Ik ben dan ook geen trekvogel.

Het rondje afmaken, dat is het enige wat telt. Net als een figuur, opgebouwd uit stippels. Met een potlood trek ik de lijnen, van 1 naar 2 en van 2 naar 3. Doe je dat niet, dan klopt het niet meer. De tekening is mislukt, ik verfrommel hem. Vuilnisbak materiaal.


Ik heb altijd wat willen doen met de creativiteit die in mijn hoofd zat. Als een confettibom die haast uit zichzelf ontploft. Ik heb altijd zoveel ideeën.  Ik schrijf ze op. Ik plak, ik lijm, ik schrijf. Maar hoe weet ik of het echt is? Hoe weet ik dat wat ik doe, alles wat ik doe, niet gewoon een grote leugen is die ik mezelf voorhoud omdat ik graag zo wil zijn? Stel dat ik eigenlijk niks ben. Een geest achter een masker van… ik wil wel van alles, maar eigenlijk gebeurt er niks van. Soms voel ik me een mislukkeling. Wanneer ga ik iets doen wat er echt toe doet? Is dit, wat ik nu allemaal schrijf wel echt wat ik denk. Of is het weer zo’n leugen die ik verzin om. Ja om wat. Om mezelf in de waan te laten dat ik meer ben dan de gemiddelde persoon bij mij school waarschijnlijk. Ik wilde altijd beter zijn, meer zijn. Verwachtingen overtreffen. Mar wat als ik stiekem precies doe wat van me wordt verlangd. Niets meer en minder. Gewoon en gemiddeld meisje. Wie kan mij vertellen wat realiteit is en wat slechts een speling van mijn gedachten is. Waarvan ik o zo graag zou willen dat het waar was. Of misschien is het wel waar. Ik weet niet. Ik weet niks meer op dit moment. Ik kijk niet eens naar wat ik schrijf. Honderduizend spelfouten. Net als in mijn leven.

Maar wie zegt dat ik niet een miljoen spelfouten kan maken. Ikzelf. Dat is het. Ik ben mijn eigen grens. Als een slippende band trek ik mijn eigen cirkel. Ik durf niks. Misschien omdat het in mijn hoofd zoveel mooier klinkt allemaal dan het waarschijnlijk in het echt zou zijn. Zou worden. Wanneer durf ik eindelijk die stap te nemen. Nu ik de woorden lees die ik net heb getypt lijkt het allemaal zo onbegrijpelijk. Als ik dit morgen lees walg ik haast van mezelf. Waarom ik niet eens een keer normaal kan doen. Ik moet altijd maar speciaal willen zijn. Speciaal zul je altijd zijn. Maar dat ligt in je DNA, niet in wat je doet. Dat moet je eerst waarmaken, voordat je er een oordeel over kan vellen. Net als alles in hetl leven moet je het eerst meemaken om er iets over te kunnen, en mogen, zeggen. Nu ga ik alle spelfouten verbeteren in mijn leven. En in mijn tekst.